Onze patroonheilige – de Heilige Felicitas
Wij schrijven 23 november 173 (heel, heel lang geleden dus) toen Marcus Aurelius, keizer was van het Romeinse Rijk.
Felicitas was een Romeinse, deftige, rijke dame, die haar dagen doorbracht met liefdadigheid
en het opvoeden van haar zeven zonen.
Haar heilig voorbeeld bracht veel mensen tot het Christelijke geloof en om die reden werd ze aangeklaagd.
Omdat de Prefect haar niet tot afgoderij kon bewegen, begon hij haar zoons de bedreigen.
Maar hun moeder spoorde hen aan, dat zij liever moesten sterven, dan aan de afgoden te offeren. Daarop werd de hele familie afgrijselijk gemarteld.
Januarius, de oudste werd gegeseld met riemen met loden knopen.
Felix en Filippus werden doodgeslagen met knotsen.
Sylvanus werd van een rots geworpen.
Alexander, Vitalis en Martialis werden onthoofd.
Felicitas, hun moeder, smeekte dat zij ook gedood zou worden.
Eerst zat zij nog vier maanden in de gevangenis, voordat ook zij werd onthoofd.
Volgens het verhaal van anderen, zou ze in een ketel met kokende olie zijn geworpen.
Deze legende zou geïnspireerd zijn op het verhaal uit het boek Makkabeeën (2 Mak.7).
In onze kerk is de H. Felicitas net als haar zeven zonen afgebeeld met een aureool van heiligheid om hun hoofd.
Het levensverhaal van onze patrones van de parochie is aan de ene kant heel gruwelijk, aan de andere kant opmerkelijk om het standvastige geloof uit de tijd van de eerste Christenen.
Tot op de dag van vandaag worden nog steeds mensen om hun geloofsovertuiging vervolgd, gemarteld en gedood.
Dat “vrijheid van geloven” steeds ons motto mag zijn.